De bevolking van Utrecht wordt gerekend tot de gezondste van Nederland. Toch zijn de contrasten binnen de stad groot. De gemeente doet haar best om de hardnekkige verschillen in gezondheid en levensverwachting aan te pakken, maar het krachtenveld waarbinnen ze moet opereren is volop in transitie. Er vindt een decentralisatie van de zorgopgave plaats van het rijk naar de gemeenten. De gezondheidseconomie consolideert en komt steeds meer in handen van een aantal grote partijen die lokaal nauwelijks waarde toevoegen. In het Atelier Utrecht onderzoeken we hoe gezondheid en stadsontwikkeling aan elkaar te koppelen zijn en welke innovatieve ruimtelijke ontwikkelingsstrategieën kunnen bijdragen aan een inclusieve, gezonde stad waarbij de solidariteit tussen de verschillende generaties, culturen en inkomensgroepen voorop staat. We verkennen niet alleen de ruimtelijke en programmatische transformaties in de stad in relatie tot gezondheid en welzijn, maar ook de veranderingen in de financiering van de gezondheidszorg. Verder voeren we een pleidooi voor een coöperatieve stadsontwikkeling, waarbij de gemeentelijke overheid een nieuwe rol als choreograaf opneemt om zo publieke, private en civil society partijen actiever te betrekken bij gebieds- en wijkontwikkeling. De resultaten van Atelier Utrecht zijn gepubliceerd in het boek ‘Van Cure naar Care – Transities in de gezonde stad Utrecht’.

opdrachtgever(s): Internationale Architectuurbiennale Rotterdam (IABR) en Gemeente Utrecht

team: Architecture Workroom Brussels (Joachim Declerck, Els Vervloesem, Sis Pillen); MUST (Wouter Veldhuis, Sanneke van Wijk); De Smet Vermeulen architecten (Paul Vermeulen, Ruth Kennivé, Benjamin Eggermont)       

locatie: Utrecht

jaar: 2015-2016